Uitlijning & balanceren van de banden

Trekt uw wagen naar links of naar rechts als u op een rechte weg even het stuur loslaat? Dan is het tijd om uw uitlijning te laten controleren. Uitlijnen betekent dat de ophangingsdelen voor- en achteraan worden afgesteld. Een foute afstelling van de uitlijning kan een vroegtijdige slijtage van de banden veroorzaken.

De uitlijning moet worden gecontroleerd als:
  • U een aanrijding heeft gehad.
  • Uw banden tekenen van abnormale of onregelmatige slijtage vertonen.
  • Problemen bij het sturen of de handling van de wagen:
    • uw wagen trekt of zwenkt naar één kant.
    • uw stuur keert na een bocht niet terug in de middenstand of staat gedraaid als u op een rechte weg rijdt.
  • U een nieuw stel banden koopt en daar zo lang mogelijk mee wil rijden.
  • U een onderdeel van de ophanging vervangt.

Waarom is uitlijning zo belangrijk?

Bij de meeste auto’s is de uitlijning zodanig voorzien dat slijtage en belasting tot een minimum beperkt worden en de bestuurder en zijn passagier van een optimaal comfort kunnen genieten. Een correcte uitlijning van de 4 wielen zorgt ervoor dat de banden minder snel verslijten. Ze gaan langer mee, zetten betere prestaties neer en helpen u bovendien om brandstof te besparen. Het uitlijnen verbetert ook het weggedrag en de veiligheid omdat uw wagen minder zal trekken of opzij zwenken.

Wat is het verschil tussen uitlijning en uitbalancering van de banden?

Uitlijning en uitbalancering van de banden worden vaak met elkaar verward maar zijn twee totaal verschillende begrippen: De uitlijning of de geometrie van de auto regelen betekent dat de wielen worden bijgesteld tot ze loodrecht op de grond en evenwijdig aan elkaar staan. Een band uitbalanceren betekent dat het wiel kan rollen zonder dat uw auto bij bepaalde snelheden gaat trillen.

Hoe komt het dat een uitlijning ontregeld raakt?

De uitlijning kan worden ontregeld als u tegen een stoeprand botst of door een kuil rijdt of, erger nog, wanneer u betrokken geraakt bij een ongeval. Kortom, iedere keer dat uw wagen ergens tegenaan botst, kan de uitlijning ontregeld geraken. Een verkeerde uitlijning laat de banden sneller verslijten en heeft een invloed op het weggedrag van uw auto. U zult daardoor uw banden eerder moeten vervangen dan voorzien.

Een kleine ontregeling kan ernstige problemen veroorzaken

Een correcte uitlijning garandeert een optimale wegligging en een maximale levensduur van uw banden.

De belangrijkste redenen om een over correcte uitlijning te beschikken:

  • U rijdt zuiniger
  • Uw banden gaan langer mee
  • Uw wagen rijdt makkelijker dankzij de lagere rolweerstand van de banden

Hoe wordt de uitlijning van de wielen geregeld?

De belangrijkste zaken die worden bijgesteld zijn de wielvlucht, caster en de sporing. Bij de uitlijning worden de hoeken van de wielen bijgesteld tot hun sporing en hun wielvlucht correct zijn.

Wielvlucht

De wielvlucht is de hoek die het wiel maakt als u recht voor uw wagen staat. Als die hoek te groot is, veroorzaakt dit een onregelmatige slijtage:

Positieve wielvlucht betekent dat de bovenkant van het wiel verder naar buiten staat dan de onderkant. Te veel positieve camber laat de buitenzijde van de banden verslijten.

Bij een negatieve wielvlucht zijn de bovenkanten van de wielen naar elkaar toegericht. Te veel negatieve wielvlucht doet de binnenzijde van de banden verslijten.

Wielvlucht

De casterhoek wordt voor elke wagen bepaald en vastgelegd om de band in een bocht een zo groot mogelijk contactvlak te geven met het wegdek. Als het verschil tussen de casterhoeken van uw voorwielen te groot is, zal uw wagen duidelijk naar één kant trekken.

Sporing

De sporing is het verschil in afstand tussen de voor- en achterkant van de twee wielen van eenzelfde as. Het voertuig wordt bekeken van bovenaf. Toespoor of uitspoor beïnvloeden de wegligging van de wagen in de bochten.

Toespoor betekent dat de voorkanten van de banden dichter bij elkaar liggen. Toespoor veroorzaakt onderstuur in de bochten. Teveel toespoor veroorzaakt snellere slijtage, te beginnen aan de buitenzijde.

Sporing

Uitspoor betekent dat de achterkanten van de banden dichter bij elkaar liggen. Uitspoor veroorzaakt overstuur in de bochten en geeft het gevoel dat de wagen de bocht “inglijdt”. Als het uitspoor te groot is, begint de band te verslijten aan de binnenzijde.

Deze slijtage is typisch. Er ontstaat een rubberopstroping op het loopvlak van de band die u kunt voelen als u hier met uw hand overheen strijkt.